Jackie is een film over rouw. Een intense en plotselinge rouw over de dood van een geliefde. Een rouw ook die publiekelijk gecommuniceerd moet worden, want de rouwende is niemand minder dan first lady Jackie Kennedy en de overleden geliefde haar man en ‘vader van de natie’ president John F. Kennedy. En Jackie is ook een film over een vrouw die haar waardigheid probeert te behouden wanneer die van vele kanten ondermijnd wordt. De poëtische Chileense regisseur Pablo Larraín maakt van de publieke figuur Jacqueline ‘Jackie’ Kennedy een mens.
Jackie genoot veel aanzien als de presidentsvrouw. Een constante in deze film is een tv-show die ze maakte in 1962, genaamd Tour of the White House with Mrs. John F. Kennedy, die laat zien hoezeer Jackie haar eigen invulling aan de in eerste instantie ceremoniële positie van first lady wist te geven. Ze leidde de herinrichting van het Witte Huis en gaf vervolgens een uur lang een gefilmde rondleiding. Dat mag klinken als een huishoudelijke taak, maar Jackie zocht private investeerders voor het project, kocht historische objecten aan en zette een fonds op om aanwinsten in de boedel van het Witte Huis te laten blijven. Wanneer ze voor een publiek van meer dan 80 miljoen kijkers praat over het belang voor het Amerikaanse volk van historie in het Witte Huis, komt ze eerder over als een gepassioneerde museumcurator dan een veredelde huisvrouw. Het overlijden van John is voor Jackie daarom een dubbel verlies van identiteit: als geliefde en als succesvolle vrouw in het Witte Huis.
Wanneer het Witte Huis vervolgens wordt klaargestoomd voor het volgende presidentschap, wordt Jackie vooral gemaand na te denken over haar leven na het Witte Huis. De overdracht van de vertegenwoordigende functie en de begrafenis van John, daar willen andere mensen wel voor zorgen. Die marginalisatie weigert Jackie echter te accepteren, en ze werpt zich vol overgave op de organisatie van Johns uitvaart. De film toont hoe Jackie ernaar streeft haar waardigheid te behouden in wat al snel uitmondt in een politiek spelletje – iedereen heeft wel een of ander belang bij een grote dan wel kleine uitvaart, met veel of weinig symboliek.
Het script is geweven rond een interview dat Jackie ongeveer een week na Johns begrafenis geeft, waarbij ze vele details moet herbeleven. Daarbij worden gebeurtenissen soms aangestipt zonder echt uitgediept te worden, tot haar eigen ergernis. Het is banaal om aan een vrouw in rouw te vragen hoe het geweerschot klonk dat haar man ombracht, of waarom ze achterop de auto klauterde om stukjes hersen bijeen te rapen, volgens Jackie. Alhoewel film het medium van de voyeur is, voelt deze inkijk in Jackie’s privé-leven vaak obsceen, zó dicht kom je bij zo’n groot verlies.
Want Jackie krijgt nogal wat te verduren. Waar de hele natie afgrijzen voelt nadat een president op klaarlichte dag door het hoofd wordt geschoten, is het alleen Jackie die zijn bloed van haar lichaam moet wassen, ’s avonds, alleen, een kersverse weduwe. Het is alleen Jackie die haar jonge kinderen moet uitleggen dat papa niet meer thuiskomt. Larraín ontfermt zich met verve over dat soort details – observerend, zonder simpelweg de vette emotie te zoeken.
Jackie blijkt vastberaden bij zichzelf te blijven. Dit uit ze ook in haar verhouding tot de journalist die haar over haar ervaringen interviewt. De man is soms cynisch, zelfs onbedoeld laatdunkend, maar Jackie weet welk verhaal ze kwijt wil en hoe ze dat moet vertellen. De laatste invloed die ze nog op haar man kan hebben is hoe hij herdacht zal worden, en van die taak kwijt ze zich met realisme, humor en gevoel voor mystiek. Nadat ze een sigaret uitdrukt en haar interviewer voorstelt om roken in het artikel op te nemen ter illustratie van haar behoefte aan ontsnapping, zegt ze: “But I don’t smoke.”
Natalie Portman heeft veel lof ontvangen voor haar rol in deze film, met wellicht een oscar als ultieme beloning, en dat is volkomen terecht. Portman is er niet zozeer op uit om Jackie te interpreteren – zoals Michael Fassbender dat eerder deed met Steve Jobs – maar zoekt de mens achter de karakteristieke stem, historische kennis en mantelpakjes zonder die historische gegevens teniet te doen. De camera zit haar voortdurend op de huid, en er is geen scène waar ze niet in zit. De film dompelt je daardoor vakkundig onder in Jackie’s belevingswereld.
Bij regisseur Pablo Larraín is de mystiek nooit ver weg, zelfs niet wanneer hij een historisch personage portretteert – zie ook zijn andere biopic van 2016 over de befaamde Chileense dichter Pablo Neruda. Wanneer Jackie zich afvraagt wat het leven nog voor zin heeft nu zij zo veel verloren heeft, zet Larraín daar de stelling tegenover dat er geen mens op aarde is die zich niet tekortgedaan voelt. En wanneer Jackie gedesoriënteerd ronddwaalt vlak na de aanslag neemt de muziek de hele geluidsband over – zodat ook de kijker zich in een roes waant. Larraín filmt experimenteel en verrassend.
Jackie is een film over rouw en over kracht. Over hoe het is om veel kwijt te raken en over hoe het voelt wanneer er een president wordt neergeschoten – voor de staat, voor het volk, maar vooral voor zijn vrouw.
Geschreven door Bastiaan Loopstra