Op 19 februari vertoonden we met LA RIOT de voorpremière van Robert Eggers’ The Lighthouse. Voor de invulling van de randprogrammering moest ik direct denken aan de fotografie van Justus de Rode. Ter ondersteuning van de film exposeerden we daarom bij de voorpremière een reeks van vijf van zijn foto’s op het entresol van Rialto, en ging ik kort in gesprek met hem voorafgaand aan de film over zijn werk en de film. In dit artikel reflecteer ik nogmaals op de film en de fotoreeks die we eraan hebben verbonden.
The Lighthouse speelt met 19e eeuwse mythen en folklore, mannelijkheid, broederschap en intimiteit en weeft dit alles aan elkaar in combinatie met een overweldigende aanwezigheid van de natuur. Vanuit een posthumanistisch perspectief zou je kunnen zeggen dat de personages Thomas Howard en Thomas Wade verweven zijn met deze natuur, en een scheiding tussen het menselijke en niet-menselijke in deze context het beste kan worden ontdaan. Naarmate de storm nadert en de onderlinge spanningen tussen de twee personages steeds meer opborrelen wordt de rauwe, ruwe en ongeremde kracht van de zee weerspiegeld in het gedrag van de mannen. Net zoals de personages overeenkomen met de zee zijn ze als het ware ook gelijk aan de zeemeeuwen die zich door de wind laten meevoeren, of de betoverende schoonheid van de kaleidoscopische lamp in de vuurtoren. Door alle entiteiten, menselijk en niet-menselijk, tot eenzelfde categorie te verheven wordt The Lighthouse niet zomaar een verhaal van twee mannen, maar van deze mannen in relatie tot hun omgeving en tot elkaar. Dit perspectief geeft de film de ruimte om zich te centreren rond gevoel en sfeer. Daarbij is het precies dit perspectief waarbinnen de verhouding van de mens tot zijn omgeving op nieuwe manieren kan worden geïnterpreteerd.
In de foto’s van Justus de Rode herkende ik een vergelijkbaar gevoel en sfeer als The Lighthouse, waarin een duistere, onheilspellende natuur centraal staat die kan worden gerelateerd aan een (afwezig) menselijk subject. Voor ieder van de vijf foto’s die we hebben geselecteerd heb ik daarbij voor mezelf een soortgelijke interpretatie gevormd.
De twee torens, geplaatst in nabijheid van en in relatie tot elkaar maar toch met beduidende afstand tussen hen in symboliseert in mijn interpretatie de twee personages. De foto roept vragen op over functie en relevantie, aangezien het niet duidelijk wordt waarvoor deze torens dienen en of ze nog in gebruik zijn. Ze steken af tegen de kale omgeving, waarin ze trots maar ook met enige eenzaamheid de hoogte in reiken.
Licht weerspiegelt van een leerachtig oppervlak, dat bevlekt en met verschillende bollingen en structuren over de rest van de foto strekt. Justus noemde het zelf al een soort maanlandschap, maar verbaasde me toen hij vertelde dat dit oppervlak de huid van een dode zeehond is. Hij schoot een reeks foto’s van deze zeehond, die ieder niet direct de identiteit van het subject weggeven. De voorafgaande onwetendheid en de noodlottige waarheid die erachter schuilt resulteert erin dat de stille, treurige schoonheid van het dode dier op meerdere manieren indruk maakt.
Deze foto van de vuurtoren lijkt bijna té perfect voor het doel van onze randprogrammering. Toch zijn deze foto’s al ver voor de plannen van de randprogrammering gemaakt. Het intrigerende karakter van een vuurtoren als subject, zowel voor film als voor fotografie, wordt hierdoor maar weer bewezen. In deze foto wordt de vuurtoren echter op een heel andere schaal afgebeeld. Waar in de film de grootsheid van de vuurtoren wordt bevestigd door het tegenover twee menselijke personages te zetten, zijn het in deze foto de lucht en omgeving die de ruimte opslokken, waardoor de vuurtoren in een bijna machteloze positie overblijft. Toch wordt je aangetrokken tot het mysterieuze karakter van dit eenzame bouwwerk.
De aantrekkingskracht van het mysterieuze zie ik ook terug in deze foto. Een zekere nieuwsgierigheid moedigt aan om richting het donker te stappen, om te onthullen wat zich in dit gebouw verschuilt. De onwetendheid van wat men zou aantreffen als ze deze stap zouden zetten roept een onheilspellend gevoel op, waarbij er veel wordt gevraagd maar zelden antwoord wordt gegeven.
Als laatste kozen we deze foto van een onstuimige zee. De zee is leidend in de ontwikkelingen van de gebeurtenissen in The Lighthouse. Zoals ik eerder stelde zijn de veranderingen die te merken zijn aan de zee in de film overeenkomstig met het gedrag van de hoofdpersonages. De onrust en opstandigheid van de zee is in deze foto gevangen in een stilstaand beeld, dat op overtuigende wijze deze dynamische kracht over weet te brengen. De zee wordt hierin niet zomaar een natuurverschijnsel, maar verheven tot een entiteit met karakter.
Een expositie met andere werken van Justus de Rode is nog tot en met 9 Mei 2020 te zien in de expositie ‘What For?’, bij CoffeeCompany Berenstraat. Meer informatie en verdere foto’s zijn te vinden via www.instagram.com/der0de. Alle foto’s in dit artikel behoren tot Justus de Rode.
Geschreven door Rowan Stol