Het is nacht in Gent. Van heinde en verre komen jong, oud, arbeider, hipster, zakenman en junkie naar de Belgica. ‘‘Welkom in uw favoriete oord van verderf, jawel!’’ schreeuwt Jo naar het uitzinnige publiek. Wil je dansen? Ieder muzikaal genre wordt op fantastische wijze vertegenwoordigd. Wil je ongegeneerd pintjes drinken vermomd als vrouw? Gaan we regelen. Wil je met condoom over het hoofd een glibberige knakworst als spaghettisliert delen met je man? Sure. In de Belgica kan alles. Hier is iedereen permanent in extase. De Belgica is een wereld op zich. Maar zoals met alle goede feestjes: zodra de zon opkomt, weet je dat je naar huis moet.
In Belgica volgen we broers Jo en Frank die samen café de Belgica runnen. Beiden gedragen zich roekeloos en jeugdig (ze hebben een zekere mate van testosteron, men zou het ‘echte mannen’ kunnen noemen). Daarnaast zijn de heren gevoelig voor de extremen van het nachtleven. Door een geweldige vondst in het verlaten pand achter de kroeg zien ze mogelijkheden de zaak uit te breiden. Het café puilt immers elke avond uit van de feestgangers. De transformatie van kot naar nachtclub – Vlaamse stamkroeg meets Berlijnse clubscene – is één groot succesverhaal. Een overwinningskreet van Frank als ‘‘Wij zijn de Ark van fucking Noach!’’ is niet uitzonderlijk tijdens een reguliere vergadersessie met het barpersoneel. De club wordt binnen een mum van tijd een fenomeen in Gent en trekt mensen van ieder kaliber aan. Wanneer vrouwen, geld en drugs in het spel komen blijkt dat ook deze epische club een sluitingstijd heeft.
Wanneer de broers in de penarie raken, zijn ze op elkaar aangewezen. De haat-liefde verhouding zit er dik in. Stemmen worden verheven, er wordt van alles kapot gegooid en geslagen, maar toch houden ze van elkaar. En dat spreken ze uit. Anders gaat dat bij de ‘schone wijven’. Op de moeder van Jo en Frank na, zijn de vrouwelijke personages ofwel lustobject ófwel een blok aan het been van de man. Seksisme, vrouwonvriendelijkheid, Belgica zit er vol mee. Ik trek dit bijzonder slecht.
Waarom moet je deze film toch echt zien? Allereerst vanwege de muziek. De soundtrack van de Gentse 90’s jazzy-electro band Soulwax is fantastisch. Er worden instrumenten en muziekstijlen gecombineerd waar ik nooit over had nagedacht. En het werkt ook nog eens. Daarnaast heb ik veel waardering voor het gebruik van het Oost-Vlaams. De acteurs in Belgica zijn afkomstig uit de regio Gent, of ‘Hent’ (ze kunnen de G niet uitspreken – hard noch zacht). Misschien hebben ze het accent wat aangedikt, maar het klinkt zo ver van het Nederlands en daarom juist zo echt.
De nieuwste film van Gentse regisseur Felix van Groeningen is er een die je bijblijft. Afgelopen januari ging Belgica in première op het Sundance Film Festival waar hij werd bekroond met de prijs voor Beste Regie. Waar van Groeningens bekendste films De Helaasheid der Dingen en The Broken Circle Breakdown boekverfilmingen zijn, is het script van Belgica een creatie van de regisseur zelf. LA RIOT organiseerde op dinsdag 15 maart een eenmalige filmvertoning van Belgica in Rialto.
Geschreven door Ruben Wissing