Hij, Daniel Blake, is een oude ervaren timmerman die niet mag werken. Hij wilt wel, hij moet wel. Maar zijn hartproblemen staan hem in de weg. Als zijn ziekte-uitkering wordt stopgezet door een bestuurlijke dwaling, vraagt hij noodgedwongen een bijstandsuitkering aan in afwachting van zijn bezwaar. De fatale beslissing doet hem steeds verder wegzakken in een moeras van regeltjes en protocollen die doen denken aan Franz Kafka’s Der Prozess.
Er wordt op aanstekelijke wijze de draak gestoken met de ondoordringbare rode tape van de bureaucratie. Daniel Blake wordt expressief en innemend gespeeld door Dave Johns. Door zijn no-nonsense houding, beweeglijk in beeld gebracht als vloeiend in elkaar overgaande vignetten, werkt het contrast met de statische stemmen van de servicelijn op de lachspieren. Bij de overheidsinstantie op bezoek lijkt het hem niet veel beter te vergaan. De medewerkers lijken welhaast robots, alleen goed voor het volgen van de richtlijnen. Alleen medewerkster Ann lijkt oprecht mee te leven en door de tralies van de ijzeren kooi heen te kijken. Het sterkste moment van de film is dan ook als deze ijzeren kooi op knappen lijkt te staan door Daniel Blake’s transgressie, het spuiten van graffiti. De aanmoedigende menigte aan de ene kant en de overheidsdienaren die trouw de politie bellen aan de andere kant.
Toch valt er niet alleen te lachen in deze film. Het sociaal realisme in de traditie van Vittorio de Sica (Ladri di Biciclette) van regisseur Ken Loach met sobere mise-en-scène en kleuren verleggen de aandacht volledig naar de lotgevallen van Daniel Blake en de alleenstaande moeder Katie, over wie en haar twee kinderen hij zich ontfermt na ergernis over diens behandeling bij de overheidsinstantie. De sociale omgeving van Daniel Blake contrasteert met de bureaucratische omgeving: vol van leven en medeleven. De camera registreert, maar laat aan de kijker over wat hij van de expressie van de acteurs moet vinden. Hierdoor krijgen sommige scènes een emotionele diepgang, zoals Kate die van de honger zichzelf voor schut zet bij de voedselbank.
Het karakter van Daniel Blake is dermate innemend dat de vraag zich echter voordoet waar de dramatische spanning van de film zich bevindt. Binnen het script van Paul Laverty wordt soms te eenzijdig een beeld van good guys versus bad guys geschetst, die niet past bij een filmstijl die de pretentie van het afschilderen van de werkelijkheid heeft. Het is niet geheel duidelijk waarom Daniel Blake zich zo ontfermt over Katie’s familie. In zijn omgang met de overheid zit ook weinig innerlijk conflict voor zijn karakter. Met een van de interessantere elementen hiervan, zijn trots, wordt weinig gedaan. Hij geeft zijn bijstandsuitkering op met opgeheven hoofd, maar de consequenties zien wij niet. Het tragische einde voelt zo aan als een al te gemakkelijke zet om de politieke stellingname van de film zelf kracht bij te zetten. De sterkste subversieve films zijn echter degenen die de kijker dwingen om kritisch te reflecteren op zijn leven en omgeving en hierbij tot een eigen conclusie te komen. Bij I, Daniel Blake staat deze conclusie al vast.
Hij, Daniel Blake, voert ons met zich mee diep het bureaucratische moeras in waar wij stuiten op drijfzand. Het wegzinken gebeurt met een lach en een traan. Het ontroert ons en wij vragen ons af: waarom? Helaas kunnen wij hier niet zelf al te veel over na praten, want I, Daniel Blake geeft ons al het antwoord: knip de rode tape door.
Geschreven door Sjoerd van Wijk