Twee zwaargewichten uit de Italiaanse cinema staan op dezelfde schoolfoto. Regisseur Sergio Leone en componist Ennio Morricone. Maar wie is die jongen die tussen hen in staat? Deze verrassende vraag tracht My Name is Nobody te beantwoorden. Op zoektocht in Rome komt men langzaam maar zeker deze onbekende figuur op het spoor. Maar het antwoord reikt verder dan deze persoon alleen. De film is een lyrisch portret van de gewone mens die anoniem door het leven gaat. We zien hoe een individu geen wezen is dat geïsoleerd van anderen zijn leven leidt. Een individu bestaat bij gratie van de gemeenschap, die de acties van een persoon en de daarbij behorende impressies die deze persoon achterlaat, duidt in een op zichzelf staand verhaal. My Name is Nobody is dan ook niet een film over een enkel persoon, maar over de gemeenschap waarin deze leeft.
Waarom niet in de registers van de bureaucratie of op Facebook kijken wie de onbekende jongen op de foto was? Dan had men enkel de feiten gehad, maar niet wat deze feiten betekenen. Door de zoektocht in de Romeinse wijk Trastevere te houden en bewoners daar te ondervragen ontstaat een intrigerend beeld van wie de jongen was. Tal van verhalen uit de oude doos dwalen rond in de straten, die door de vloeiende montage in elkaar over lijken te gaan. De ouderen die deze verhalen vertellen hebben het niet alleen over hem, maar schetsen indirect ook hoe het leven er aan toe ging in vervlogen tijden. Doordat de Italianen kleurrijke karakters hebben, wordt het geheel komisch gebracht en daardoor menselijk. Een kibbelend echtpaar, een excentrieke acteur met parkiet en vele anderen maken My Name is Nobody tot een levendig relaas.
Er wordt zo vakkundig over de valkuil heen gesprongen om van de film een ernstig betoog te maken, wat het verhaal van de onbekende minder tot de verbeelding had laten spreken. Integendeel, de levendigheid van My Name is Nobody heeft een poëtisch karakter. De verhalen over de onbekende jongen laten veel ruimte over tot speculatie over wie hij nou werkelijk was. Dit mysterie van de onbekende blijft de gehele film overeind. Daarnaast roept de film indirect veel vragen op over de betekenis van het beroemd zijn, niet in de laatste plaats doordat initieel velen beginnen over de twee beroemdheden en niet de onbekende jongen in het midden. De Italiaanse wervelwind van karakters raakt hierbij de kern van het leven. Mensen vertellen verhalen over elkaar en henzelf, om de chaos van een leven in te perken en orde er in aan te brengen. En noodzakelijkerwijze zijn deze verhalen altijd incompleet, waardoor wij zelf de missende stukken in moeten vullen.
Deze overpeinzingen maken My Name is Nobody een intrigerende film. Een van de hoogtepunten van deze mijmering is het personage van Willy Colombini, de excentrieke acteur die tussen de tegenpolen van gewoonheid en beroemdheid in staat met een verdienstelijke maar niet uitzonderlijke filmcarrière. De essentie van de film lijkt in hem belichaamd, als hij over zijn ervaringen vertelt terwijl de parkiet hem stoort of als hij anekdotes ophaalt over zijn teleurstellend verlopen regiedebuut. Maar terwijl hij de film op deze manier naar een hoger niveau trekt, wordt op een gegeven moment te ver gereikt met hem. Er wordt te lang gedweept met Colombini, die de film met een ‘moraal van het verhaal’ monoloog mag afsluiten. Het herhaalt expliciet alle vragen die tot dan toe slechts suggesties waren. Dit gaat in tegen het ongrijpbare wat daarvoor mooi werd verbeeld: de komische lofzang op de gewone mens.
Want als er iets duidelijk wordt uit My Name is Nobody’s momentopname van Trastevere’s sfeer, is het wel dat een ieder een ander raakt. Niet alleen bestaat het individu bij gratie van de gemeenschap, maar de gemeenschap bestaat ook bij gratie van de individuen die deze vormen. Dat wordt in deze film op aanstekelijk hilarische en poëtisch inzichtelijke wijze gebracht. En dat blijft overeind ondanks het uit de toon vallende einde.
Geschreven door Sjoerd van Wijk