De lang vervlogen tijden van Europees heidendom leven weer op. Het op Germaanse mythologie geïnspireerde fantasy genre, wat zijn oorsprong vindt in het werk van Tolkien, wint aan populariteit. Waar een vroeg werk als The Hobbit bol staat van levenslustig avontuur, gaan huidige werken vaak voor een ernstige benadering, zoals in Game of Thrones. November schopt dit hedendaagse motief danig in de war met een hallucinerend sprookje waar iedereen elkaar bedondert, ongeacht je materiële of spirituele status. Het verhaal, gebaseerd op de gelijknamige Estse bestseller, volgt een ensemble van karakters in het vroege Middeleeuwse Estland, waar bovennatuurlijke verschijnselen dermate aan de orde van de dag zijn dat niemand vreemd opkijkt van een boze geest meer of minder. Wat wij normaliter afdoen als folkloristisch bijgeloof, is in deze wereld de keiharde waarheid. De rode draad door de vele fabelachtige taferelen is het liefdesverhaal tussen lycantropisch boerenmeisje Liina en opzichter Hans, die meer interesse lijkt te hebben voor de Duitse barones.
Het ensemble van karakters is een waar rariteitenkabinet. Iedereen lijkt het tegenovergestelde te handelen van de gebruikelijke manier in een sprookjesachtige wereld. De baron is niet verheven, maar een onnozelaar. De boeren zijn nergens van onder de indruk. Noch de bovennatuurlijke verschijnselen, de Duitse overheerser of de Christelijke kerk verandert hun lompe pienterheid om overal munt uit te slaan. Alle vreemde verschijningen worden met nuchtere berekenbaarheid benaderd. Het is als het schaakspel in The Seventh Seal, maar dan met een luide boer in plaats van filosofische conversatie. November is zo een bij vlagen hilarische klucht in tegenstelling tot een fantastisch epos. Zo blikt of bloost niemand van rondwandelende in elkaar geknutselde mechanismen gemaakt van huishoudelijk gereedschap die kunnen praten. Het is slechts een ‘kratt’, in leven gebracht door een ziel van de duivel te kopen.
De uitbuiting van deze kratts is tekenend voor de film. Het fantasy genre heeft onder andere haar wortels in de Romantiek, met de impliciete zucht naar een wereld vol mystiek als reactie op een door techniek onttoverde wereld. Maar in November wordt deze diepe mystieke ervaring juist niet omarmd, maar als een extra kans gezien om ergens een slaatje uit te slaan. De film steekt zo vernuftig de draak met zowel de apathische zucht naar vervlogen heidense tijden als met de homo economicus van het technische systeem. Zoals het een goede klucht betaamt wordt hierbij geen spaander heel gelaten van welke autoriteit dan ook. Zo wordt de priester door huis-tuin-en-keuken hekserij aan banden gelegd en is zelfs de duivel voor de gek te houden. De gekte wordt tot grote hoogte gedreven door de abrupte montage van Jaroslaw Kaminski, die desoriënterend werkt. Net als een machtige geest uit moet kijken voor de gewiekste landarbeider, zo moet de kijker ook constant op zijn hoede zijn.
De hallucinerende montage doet denken aan de film Marketa Lazarová, die de teloorgang van het heidendom door toedoen van het Christendom als uitgangspunt heeft. Bij deze film verhoogt dit eerder het mystieke aspect van de tragiek, waar het bij November echter de wildheid van de pre-christelijke cultuur benadrukt. Passend voor de koehandel van de karakters zet het schone zwart wit camerawerk van Mart Taniel een desolaat landschap neer. Het vale terrein zou niet misstaan op een albumhoes van een metalband als Burzum, wat nog verder wordt versterkt door een dreigend leitmotiv met versterkte gitaar. Hier blijkt echter uit dat schrijver-regisseur Rainer Sarnet niet volledig aan de ernst van andere moderne fantasy kan ontsnappen. Tevens komt het romantische hoofdverhaal te serieus over. De ontknoping is oprecht en emotioneel, onder andere door een ontroerende rol voor een kratt die in zijn poëtische overpeinzingen begeleid wordt door treffende beelden die het animistische aspect van de geestenwereld samenvatten. Dit valt echter wat uit de toon als op andere momenten bijvoorbeeld de pest om de tuin wordt geleid door te doen alsof je twee paar billen hebt. Ook wordt er geen consistente lijn aangehouden in de muzikale begeleiding, die gaat van Beethoven tot moderne ambient met een computerbeat.
Dit zijn geen misstappen die November echt omlaag kunnen brengen. De film blijft een eigenzinnige benadering op het fantasygenre behouden. Op aansprekende wijze schopt het heidense huisjes omver met de nodige hilariteit tot gevolg.
Geschreven door Sjoerd van Wijk