Op 22 juli 2011 pleegde de extreemrechtse Noorse terrorist Anders Breivik een dubbele aanslag in Oslo en op het nabijgelegen mini-eilandje Utøya. Hierbij lieten 77 mensen het leven. Breivik bleek te handelen volgens een door hemzelf opgesteld fascistisch manifest en werd veroordeeld tot 21 jaar cel – zoals bekend. Minder weten we over de slachtoffers van de aanslag. Utøya 22. juli brengt daar met een levensecht verslag verandering in.
De 650 kinderen op het zomerkamp van de Noorse arbeidspartij hebben het aan het begin van de film nog naar hun zin. Het kamp is lekker rommelig, mensen zwemmen, zitten in tentjes en eten. Het mag dan een politiek kamp zijn, maar daar is weinig van te merken. Op een aantal anti-racisme posters na, zien we vooral kinderen die plezier maken met elkaar. Wanneer ze horen dat er een aanslag is gepleegd in Oslo, bellen sommigen geschrokken met hun ouders, voor zover ze al bereik hebben. Niettemin wanen ze zich veilig. Voor de kijker neemt de spanning echter iedere rustige minuut verder toe. En dan komen de schoten. En het geschreeuw. En het geren.
Wat volgt is een huiveringwekkende 72 minuten waarin de aanslag zich in realtime in 405 schoten ontvouwt – even lang als de aanslag echt duurde en evenveel schoten als er echt waren. En het is vooral dat lange tijdsbestek dat de ervaring des te pijnlijk overbrengt. De kijker volgt het fictieve personage Kaja, waar we niet veel meer over weten dan dat ze de ultieme zorgzame grote zus is (alle personages zijn overigens fictief). Zij kamt het eiland uit op zoek naar haar zusje, verkerend in volledige doodsangst, en maakt daarbij mee wat de echte mensen op het eiland hebben beleefd. De totale chaos, de ontredderde verwarring – wat gebeurt er, wie valt ons aan, met hoeveel zijn ze, is de politie er al? – brengt het slachtofferperspectief waardig en mokerhard voor het voetlicht. Wat zich afspeelde op Utøya was een regelrechte slachtpartij, al zijn er gelukkig ook lichte en mooie momenten tussen alle ellende.
Het lange, realistische tijdsbestek brengt de ervaring des te pijnlijk over.
Technisch is de film een hoogstandje. Net zoals in de klassieke (en nog steeds zeer onderhoudende) film Rope wordt de illusie gewekt dat het geheel in één enkel lang tracking shot is opgenomen. Daarbij fungeert de camera bij tijd en wijle als het ware als een personage op zich: het verschuilt zich samen met de kinderen in het bos, draait en zoekt wanneer er schoten klinken. Ook het geluidswerk is adembenemend. De onophoudelijke stroom schoten klinkt zo realistisch dat de kijker zich op het eiland waant. Er gaat soms ook een kalmerende werking van uit: klinkt het schot ver weg? Dan zijn we even veilig. Klinkt het dichtbij … ? Overleven is luisteren en wegkijken, zo leert Utøya 22. juli ons.
Utøya 22. juli kan niet op onverdeeld enthousiasme rekenen – ondanks dat ze geselecteerd werd voor de prestigieuze Gouden Beer-competitie op het filmfestival van Berlijn. Het doorgaans weloverwogen NRC Handelsblad had er niet meer dan één (van de vijf) sterren voor over. Door geen politieke context te schetsen zou de film niets meer zijn dan een simpele ‘slasher’, een realistische The Hunger Games, wordt beargumenteerd, waarin het kwaad wordt gemystificeerd. Het gelijksoortige Elephant – over de school shooters op Columbine High School – zou met zijn focus op de daders een genuanceerder beeld schetsen. Toch is het moeilijk in te zien waarom een film die nota bene de slachtoffers volgt een politiek statement zou moeten maken. Dit is een film over een slachtpartij, maar niet gemaakt vanwege de horrorsensatie. Utøya 22. juli wil duidelijk maken dat deze gruwelijkheden echt gebeuren in onze hevig gepolitiseerde en gepolariseerde wereld, zonder het geweld te rationaliseren. Ga de film dan ook zeker zien, maar ga niet alleen. Neem iemand mee waarmee je achteraf kunt praten.
Enig puntje van kritiek: na de film volgt nog enige informatie over de aanslag. Dit wordt afgesloten met een regelrechte waarschuwing: “extreemrechts gedachtegoed is rijzende in Europa”. Heel vreemd om een film die zo wars is van politiek zo aan extreemrechts te verbinden. Natuurlijk heeft Anders Breivik zelf aangegeven de aanslag te hebben gepleegd vanwege zijn extreemrechtse gedachtegoed. Echter, door deze aanslag vervolgens als een logisch gevolg van zijn gedachtegoed te presenteren, wordt de fout gemaakt om extreemrechtse sympathisanten allemaal als potentiële terroristen te zien. Vinden dat het feminisme verantwoordelijk is voor de culturele teloorgang van Europa is één ding; 77 onschuldige mensen vermoorden iets anders.
Geschreven door Bastiaan Loopstra