Manta Ray is het debuut van de Thaïse regisseur Phuttiphong Aroonpheng. Direct vanaf
het begin worden we meegenomen in de poëtische en onvoorspelbare wereld van deze film: we zien een bos, daarin rode, blauwe en groene gloeiende lichten. Er loopt een oude man met een geweer. En er wordt een onbekend lijk begraven door mannen met bivakmutsen. Achter een van de bivakmutsen schuilt onze hoofdpersoon: een stoere jonge Thaise visser met geblondeerde haren. Tijdens het vissen vindt hij een gewonde man in een moerassig gebied en het verhaal wordt in gang gezet.
Hij neemt de man mee naar huis om hem daar te verzorgen. Hoewel de man hem niet lijkt te verstaan en niet praat, ontstaat er een vriendschap tussen de twee jonge mannen. De visser vernoemt zijn nieuwe vriend naar de zanger Bird Thongchai omdat die een lied met de titel “The beach, the wind. And the two of us” schreef. Samen dansen ze in hun zelfgemaakte disco en rijden rondjes in een reuzenrad. Terwijl ze stenen zoeken en een manta proberen te spotten is het werkelijk het strand, de wind en zij twee. Lang duurt hun geluk niet. Op een dag komt de jonge visser niet terug van werk. Thongchai zoekt en treurt, maar het leven gaat door en hij mag het werk van zijn vriend gaan doen. Dan staat opeens de ex-vriendin van de visser in zijn huis. Hij kan het ook met haar heel goed vinden en langzaam maar zeker neemt Thongchai het leven van zijn vriend over, tot in bizar detail.
Manta Ray is een cinematografisch hoogstandje, waarvan de beelden het simpele maar
mooie bestaan van twee bijzondere mannen weten te vangen. Met een voyeuristisch gevoel bekijk je vanaf een afstand hoe ze met elkaar omgaan – dit wordt benadrukt door de losse cameravoering. De gezichten van de visser en Thongchai blijven je als kijker lang bij door regelmatige en intieme close-ups. Bijzonder mooi zijn de scenes met de kleurige lichten: te zien tijdens disco-scènes, maar ook vaak in het bos, wanneer de stenen gloeiend naar boven komen kruipen en samen met een mysterieuze oude man voor een visueel spektakel zorgen. Er ontstaat een contrast tussen deze magische beelden en de realiteit van de hier begraven lijken van Rohingya-vluchtelingen. Telkens weer doemt de vraag op naar de realiteit: je kan je er nooit helemaal zeker van zijn of iets ‘echt’ is in Manta Ray, maar je kan daardoor net zoals de manta’s door het water, als kijker door de film zweven.
Aroonpheng maakt het de kijker niet altijd makkelijk: weinig muziek, weinig dialoog en veel onbehaaglijke geluiden. Maar de beelden van Manta Ray en de betoverende vriendschap tussen de visser en Thongchai zijn een bezoek aan de bioscoop zeker waard.
Geschreven door Luca Deutinger