Is de Amerikaanse drama en thriller The Assistant een fictiefilm of kijken we eigenlijk naar het hyperrealistisch naspelen van een echt gebeurd verhaal? De lichaamshouding van assistent Jane spreekt boekdelen. Regisseur Kitty Green had bij wijze van spreken shots van alleen Jane’s gezicht kunnen gebruiken, en de kijker had begrepen wat voor lugubere dingen zich afspelen op het kantoor waar ze sinds kort werkt.
Jane is assistent van een grote filmproducent in New York. Ze is de eerste die op werk verschijnt en vertrekt ook als laatste, beide in het donker. We volgen haar gedurende één dag, waarin ze beheerst maar vermoeid en gestrest talloze dingen regelt, telefoontjes pleegt, mails rondstuurt, kopieën maakt, en andermans zooi opruimt. Hoewel Jane absurd veel verschillende dingen moet afhandelen, krijgt ze nauwelijks erkenning van haar collega’s. Ze lijken haar eerder een beetje irritant te vinden, dan dat ze haar harde werk waarderen. De duffe en onsympathieke mensen op kantoor wekken bij de kijker medelijden op voor het feit dat de jonge Jane met deze mensen moet werken en alles van ze moet pikken. De bleke vermoeide gezichten stralen een soort permanente ergernis uit. Wanneer Jane langs een collega loopt om hem te vertellen dat hij mee moet met een zakenreis, spreekt zijn gezichtsuitdrukking bijna uit dat het haar schuld is.
Onbesproken blijven de misstanden van de filmproducent voor wie Jane werkt. Als assistent moet ze dealen met zijn seksuele uitstapjes met verschillende jonge vrouwen, die voorkomen uit scheve en bedenkelijke verhoudingen. Jonge vrouwen wiens naïviteit wordt misbruikt en afspraken met de baas waarvan we niet weten of ze professioneel of privé zijn, of allebei. Jane staat onderaan de ladder en dit betekent dat ze zich met de gekste dingen moet bezighouden. Aan de manier waarop Jane de spermavlekken van de bank van haar baas poetst in de ochtend, kan je aflezen dat dit een dagelijks klusje is. Ook neemt ze meermaals per dag de telefoon op van de (terecht) wantrouwende echtgenote van haar baas. Wanneer er een jonge vrouw op kantoor verschijnt om te beginnen als assistent, wordt Jane gevraagd haar eerst naar het luxe hotel te brengen wat de baas voor haar heeft geregeld als verblijf. Eenmaal terug op kantoor blijkt het dat de baas weg is. Voor uren is hij van de radar, en als Jane weer een panisch telefoontje krijgt van de echtgenote van haar baas om te vragen waar hij uithangt, is de maat vol.
Ze besluit bij de personeelsmanager langs te gaan. De ongeloofwaardige maar vriendelijke toon van de personeelsmanager verandert snel in iets wat bijna lijkt op een bedreiging voor haar toekomstperspectief. In plaats van dat haar zorgen serieus worden genomen, wordt haar vervangbaarheid nog eens goed benadrukt. “Maak je geen zorgen, je bent zijn type niet”, zegt hij als laatste. Wat had ze ook kunnen verwachten, als de executive producers er een grap van maken dat je nooit op de baas zijn (seks-)bank moet gaan zitten tijdens een meeting. Het is een schrijnend moment.
De eenzaamheid van Jane is voelbaar van het begin tot het eind van de film. En hoewel ze zich een microkosmos van ongelijke verhoudingen, zwijgcultuur en patriarchale overmacht bevindt, is dit juist een universele film die ons bewust maakt hoe bepaalde daden nog steeds worden genormaliseerd. Het Harvey Weinstein-gehalte is groot, maar The Assistant trekt het juist breder en raakt daarmee een confronterende realiteit.
Geschreven door Gaia van Maanen