La Bonne Épouse, geregisseerd door Martin Provost, neemt de kijker mee in het leven van de bewoonsters van de huishoudschool van de Van der Beck’s aan het eind van de jaren ’60 in de Franse Elzas. Meneer Van der Beck bevindt zich met name op de achtergrond, terwijl zijn pittige vrouw Paulette (Juliette Binoche), zijn bourgondische zus Gilberte en stugge non Marie Therese de lessen verzorgen.

Deze lessen zijn erop gericht om de meisjes te leren hoe ze in de toekomst de ideale echtgenote kunnen zijn, die ervoor zorgt dat haar man aan al zijn trekken komt. Zo krijgen ze les in koken, schoonmaken, borduren en sociaal gewenste omgangsvormen. Dat de studentes het niet eens zijn met het curriculum is al snel duidelijk. Op hun eigen manier worstelen alle karakters met de keuze of ze hun hart moeten volgen, of zich moeten blijven gedragen zoals de maatschappij dat van hen verwacht. Zo herenigt Paulette zich met een oude, maar verboden liefde en ontdekken de studentes dat liefde en het huwelijk niet altijd samen gaan.

De film staat aan het begin de een seksuele revolutie van de jaren ‘60, waarin seksualiteit niet langer alleen om voortplanting draait. Deze thematiek blijft echter erg aan de oppervlakte. Dat de meisjes zich afzetten tegen wat hen geleerd wordt wel benoemd, maar echt een grondige analyse van de problematiek blijft achterwege. La Bonne Épouse is als het ware een makkelijke feel good film, vermomd als feministisch drama.
Nee, een cinematografisch hoogstandje is La Bonne Épouse in de verste verte niet, en echt veel nieuwe inzichten biedt de film de kijker ook niet. Een fijne film voor de zondagmiddag is het wellicht wel. Het laat je achter met een quasi empowered gevoel en een lach op je gezicht. Als je zin hebt in een soort Mamma Mia met lícht feministische boventonen is La Bonne Épouse de goede keuze.

Geschreven door Valérie Hoffmann