In dit intense, meedogenloze gevangenisdrama van David Mackenzie zien we hoe de negentienjarige young offender Eric, zeer overtuigend gespeeld door Jack O’Connell (bekend van de serie Skins), wegens zijn gewelddadige gedrag vroegtijdig wordt overgeplaatst van de jeugdgevangenis naar een gevangenis voor volwassenen; een controversiële procedure die starred up wordt genoemd. Hier zal hij na veertien jaar voor het eerst zijn vader weer zien, die de zorg over zijn onhandelbare zoon weer op zich wil nemen.
In de openingsscènes van Starred Up krijgen we als toeschouwer al gauw door dat we hier te maken hebben met een zeer gevaarlijke crimineel. Nadat Eric het intakeproces geroutineerd heeft doorlopen en in zijn cel is geplaatst, fabriceert hij zeer behendig een wapen uit een tandenborstel en een scheermesje, dat hij vervolgens verstopt in de lamp boven zich. Het wordt duidelijk waarom deze jongen is overgeplaatst naar de ‘echte’ gevangenis, als hij zijn overbuurman zonder duidelijke aanleiding te lijf gaat en hem bijna om het leven brengt. Als de bewakers naar zijn cel komen om hem naar de isoleercel te brengen, gooit hij een fles babyolie over zichzelf heen, zodat ze hem niet kunnen grijpen, en wapent zich met twee afgebroken tafelpoten. Eric heeft onmiskenbaar een aanzienlijk deel van zijn leven achter de tralies doorgebracht, waardoor hij de bewakers altijd net een stapje voor is.
De hoofdbewaker, governor Haynes, maakt Eric na dit voorval duidelijk dat hij erop uit is ervoor te zorgen dat hij nooit meer uit de bak zal komen. Oliver, een therapeut die vrijwillig in de gevangenis werkt, neemt hem echter in bescherming; hij wil Eric door middel van anger management therapie op het rechte pad brengen.
Als Erics vader, wiens cel op dezelfde afdeling zit, op de hoogte is gebracht van wat zijn zoon allemaal uitspookt, probeert ook hij als mentor voor Eric op te treden, door hem op hardhandige wijze duidelijk te maken dat hij zich moet gedragen, zodat hij zo vroeg mogelijk weer vrij kan komen. Zo ontstaat een strijd om Erics ziel tussen zijn medegevangenen, die hem proberen te bederven, zijn twee mentoren, die hem willen corrigeren, en de bewaker, die van hem af wil, ook als dit betekent dat hij zijn zelfmoord in scène moet zetten.
We worden als toeschouwer meegesleept in een bloedstollend, psychologisch drama, waarin onderzocht wordt hoe mensen (zowel de gevangenen als de bewakers) onder dergelijke omstandigheden kunnen veranderen in beesten. Het feit dat een groot deel van wat er gezegd wordt niet te verstaan is, een bewuste keuze van de regisseur, zorgt ervoor dat het verhaal haast gereduceerd wordt tot non-verbale middelen. Het gaat in deze film, net als in de gevangeniswereld, niet om woorden, maar om actie, lichamelijk geweld en macht. De bedorvenheid van het gevangenissysteem wordt hier aan de kaak gesteld, maar ondanks deze specifieke focus blijft de vader-zoon relatie het hoofdthema, dat zo universeel is dat het ervoor zorgt dat de film, ondanks de vervreemdende setting, toch toegankelijk blijft voor de toeschouwer.
De film heeft zijn geloofwaardigheid te danken aan scenarioschrijver Jonathan Asser, die zijn ervaringen als gevangenistherapeut meeneemt in zijn script. Het personage van Oliver is dan ook ongetwijfeld een alter ego van de schrijver. Het fantastische acteerwerk van met name Jack O’Connell, die ondanks zijn jonge leeftijd een huiveringwekkend personage weet neer te zetten, en het benauwende camerawerk zorgen ervoor dat je als toeschouwer steeds op het puntje van je stoel zit.
Geschreven door Emily Rhodes