Taxi Teheran

De chaotische wirwar van claxonnerende auto’s, uitlaatgassen die zorgen voor een natuurlijk vaal filtertje, joelende bestuurders en opdringerige verkopers van oude cd’s en Amerikaanse blockbusters; welkom in Teheran, een metropool waarin iedereen lijkt te spelen met ideeën van gezag, gerechtigheid, vrijheid en creativiteit. Dit alles krijgen we te zien in de neorealistische roadmovie van regisseur Jafar Panahi. Claustrofoben opgelet: de film speelt zich louter af binnen de taxi, een ontmoetingsplaats waar men vrijuit spreekt.

In Taxi Teheran volgen we de ‘dagelijkse’ routine van chauffeur Panahi (jazeker, de regisseur heeft tevens de hoofdrol te pakken) vanuit een aantal (verborgen) camera’s in de taxi. Panahi neemt ook geen rol aan – hij weet de weg niet, laat klanten niet betalen en wellicht alleszeggend, de beste man wordt herkend door zijn klanten. In een drukke metropool als Teheran duurt het geen minuut voordat er bij een druk stoplicht twee kermende oma’s op het taxi raam tikken. Ze moeten als de wiedeweerga vissen vervoeren naar Cheshmeh-Ali (de bron van Ali), ‘anders gaan ze dood’. Niet de vissen, nee, de twee oma’s. Waarom? Omdat de vrouwtjes vlak na elkaar geboren zijn en een jaar lang de vissen hebben verzorgd. Die moeten ze natuurlijk nu verwisselen om klokslag twaalf uur. Begrijp jij het? Ik ook niet, maar de oma’s zijn er heilig van overtuigd. Zo transporteert Panahi gedurende de dag een tal van excentrieke stedelingen. Geen van hen is op zijn of haar mondje gevallen, men is directer dan hoe de gemiddelde Nederlander zich zou beschrijven, maar kan toch op ieder moment heerlijk afwisselen tussen actief agressief (met woorden) en uiterst oprechte zorg, gastvrijheid en respect.

Deze klanten worden overigens niet genoemd in de aftiteling van de semi-fictionele film. Deze ontbreekt aangezien de acteurs in deze film volgens de Iraanse wet verscheidene overtredingen begaan; contact tussen man en vrouw, een niet-islamitische naam voor het goede hoofdpersonage, algehele ‘slechte’ dingen zoals toepassing van de doodstraf in twijfel trekken, etc. Een Iraanse film zou volgens de opgezette standaarden een realistisch beeld van de maatschappij moeten weergeven, maar zonder het negatieve te laten zien (zeg maar de islamitische variant van het socialistisch realisme in de Sovjet-Unie anno 1950). Met deze regels speelt Panahi voortdurend, al doet hij dat amper zelf. Juist zijn klanten, en met name zijn nichtje dat hij ophaalt van school, trekken bepaalde voorschriften en regels van de kunstsector in twijfel. Panahi’s praatgrage nichtje, dat voor een schoolproject een korte film moet maken, komt tot de verontrustende conclusie dat zelfs bij het kleinste foutje de maker dan maar moet overgaan tot zelfcensuur. Panahi, die dit proces (in het echt) al vaker heeft meegemaakt, hoeft alleen maar op de weg te letten en te genieten van zijn gelijkgestemde nichtje.

De film werd bekroond met de Gouden Beer op het Internationaal Film Festival van Berlijn. Jammer genoeg kon Panahi de prijs niet zelf in ontvangst nemen, aangezien hij Iran niet mag verlaten vanwege vermeende propaganda films tegen het islamitisch bewind. Zijn praatgrage nichtje (Hana Saeidi) kon dat gelukkig wel. Taxi Teheran kan ik iedereen aanraden die net zo heeft genoten van de VPRO-serie Onze man in Teheran als ik. Ondanks het quasi-fictionele karakter van de film kom je als kijker in contact met de gewone Iraniër, die met dezelfde ethische kwesties dealt en droge humor geniet als jij en ik.

Geschreven door Ruben Wissing

rubenlariot

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s