De zussen Sachi, Yoshino en Chika wonen met z’n drieën in een groot, traditioneel Japans huis. Beide ouders kijken nauwelijks naar ze om; moeder woont inmiddels lang en breed op een ander eiland en heeft de opvoeding van de jongere zusjes overgelaten aan oudste dochter Sachi. Wanneer hun, net zo goed vervreemde, vader overlijdt ontmoeten ze Suzu. Een stil, 13-jarig meisje dat hun halfzusje blijkt te zijn. Sachi raakt gecharmeerd van het meisje en besluit haar in huis te nemen. Klein detail: dit halfzusje is een gevolg van de affaire die het oorspronkelijke gezin uit elkaar dreef.
We krijgen een goed beeld van de zussen en de dagelijkse sores waar elk van hen mee kampt: de wispelturige Yoshino die de schulden van haar vriendjes betaalt, de kinderlijke Chika die een beetje aanmoddert in het leven, en de wat strenge Sachi worden met veel interesse geobserveerd door nieuwkomer Suzu.
Mooi is dat Sachi en Suzu steeds meer herkenning kunnen vinden in elkaar. Ze zijn allebei nogal serieuze types, die niet snel hun emoties tonen. De zusterliefde die tussen de hoofdpersonages speelt is voor hen een “safe zone”: een uitnodiging om ook eens kwetsbaar te durven zijn.
De wisseling van de seizoenen en de daaraan verbonden tradities worden prachtig in beeld gebracht door cinematograaf Mikiya Takimoto. Hierdoor word je als kijker subtiel meegenomen in het tijdsverloop van de relatie tussen de zussen. Zij worden steeds hechter, maar onder het oppervlak prangt nog steeds de vraag: zal Suzu zich ooit thuisvoelen in het gezin dat haar moeder kapot maakte?
Het draait in deze film om de kleine dingen: met elkaar tafelen, een verkeerd gesprek opvangen, een compliment op een zomer-kimono. Grootse, dramatische scenes zijn er vrijwel niet. Aan de ene kant is dat rustgevend, maar soms lijkt de rode draad kwijt te zijn. Omdat alles zó subtiel is, zit er niet veel vaart in de film. De intrige die aan het begin van de film wordt ingezet kruipt voort op een tempo dat soms wat moeilijk te behappen valt.
Dat Hirokazu Kore-eda een regisseur is die wel wat kan met een goed familiedrama-verhaal bewees hij al met films als Still Walking (2008) en Like Father, Like Son (2013). Ook in Our Little Sister weet hij familiedynamiek te vatten met een fijngevoeligheid die zo onderhand wel zijn handelsmerk te noemen is. En al is de film wat kabbelend, het is wel het soort riviertje waar ik aan zou willen zitten op een mooie zomerdag.
Geschreven door Fey Lehiane