Het is hoogzomer en dat betekent vakantietijd! De studieboeken vliegen de lucht in, de tickets worden geboekt en het kantoor is verlaten. Boten, bussen en treinen zitten stampvol met mensen die dromen van vertier. Het overgaan van grenzen, letterlijk en figuurlijk. Het verbreden van de horizon. Maar tot aan die horizon staan de auto’s in de rij en moeten de dromen wachten. Wat is nu precies het ‘vakantiegevoel’? En lost de vakantie al haar beloftes in? Aan de hand van films die over vakantie gaan zullen wij deze vraag trachten te beantwoorden.
In Dazed & Confused genieten Amerikaanse middelbare scholieren met volle teugen van de laatste schooldag. In een wervelwind van losjes gerelateerde vignetten toont regisseur Richard Linklater het jeugdige branie die de vakantie met zich brengt. Nergens komt dit beter tot uiting dan in het karakter van Randall “Pink” Floyd. Net als alle andere American football spelers moet ook hij een contract ondertekenen waarin hij belooft er niet de kantjes van af te lopen in zijn vrije tijd. In de euforische climax van de film leidt de catharsis van het verfrommelen van dit papiertje tot het uitgelaten gevoel van ongebondenheid als Randall met zijn vrienden in de auto de horizon tegemoet rijdt. Dit is dan ook precies de belofte van de vakantie: een herovering van de tijd op het dominante instituut in het leven van een persoon (zoals school of een baan).

Toch dreigt deze belofte om twee redenen een fata morgana te zijn. Ten eerste kan het regulerende van een instituut ook doorwerken in kleinere sociale eenheden, die op hun beurt tijdens de vakantie een beslag leggen op de tijd. In Journey to Italy is dit de liefdesrelatie, die weg uit alle afleiding van het dagelijks leven danig onder druk wordt gezet. In het decor van de dood verbeeld door marmeren beelden en de fossielen van Pompeii wordt de gedoofde liefde pijnlijk duidelijk. Vriendschap is ook een illusie, blijkt uit Old Joy, waar twee uit elkaar gegroeide vrienden een hoogstwaarschijnlijk laatste hike maken. De koelheid van de observerende camera die niets anders dan eeuwig wiegende bomen en twee zwijgende mannen toont spreekt boekdelen. Uit beide films blijkt hoe individuen van elkaar vervreemd zijn geraakt in een samenleving waar instituten een groot beslag op de tijd hebben gelegd. In dit strak gereguleerd leven staat de spontaniteit onder druk.
Ook daarom is de belofte van vakantie vaak een fata morgana: de verveling ligt altijd op de loer in de vorm van het neppe. Filosoof Theodor Adorno zet in een essay over de vrije tijd uiteen hoe deze strak is gereguleerd door haar artificiële scheiding van arbeid. De vakantie is een gepland tijdsbestek waarin Ersatz ervaringen worden opgedaan. Dit wordt goed geïllustreerd in Midnight in Paris, waarin een scenarioschrijver zich in een droomwereld verliest waar alle romantische clichés over Parijs waarheid worden, met excentrieke artiesten en weldadige feesten. Dit staat in schril contrast tot zijn echte leven, waar hij scenario’s schrijft voor het geld en een ongeïnteresseerde vrouw heeft. Maar uiteindelijk bieden de romantische uitstapjes in het gouden tijdperk van Parijs geen soelaas en ligt de oplossing van zijn problemen in het heden. Onderliggend aan de dromen in Parijs zit precies datgene wat Adorno ook ziet als het cruciale element in de vrije tijd: de onderliggende saaiheid van het moderne leven. Om deze reden is de komedie Euro Trip bevrijdend als zij de draak steekt met de rigide stereotypen waarop het toerisme is gebouwd. In Amsterdam eten twee vrienden ‘groovy cakes’ bij Rastafari’s. De resulterende bad trip blijkt een leugen, want zij zijn een eenvoudige Nederlandse bakkerij. Wij lachen om de banaliteit van het toerisme die het vreemde tot een makkelijk behapbaar pakket heeft vervormd.

Met deze realisering in ons achterhoofd komen we tot de conclusie dat de vakantie niet een valse belofte hoeft te zijn. Als men er voor open staat zijn alle regulerende structuren uit de samenleving slechts een fysieke beperking, maar kunnen wij er mentaal boven staan. Zo komt het stel weer nader tot elkaar in Journey to Italy als het eerste teken van leven zich aandient: geen fossielen uit Pompeii meer, maar een indrukwekkende religieuze stoet. Openheid vindt men ook in de Before filmreeks. In natuurlijke dialogen wordt een ontwapenende liefde getoond die zich bijna realtime ontluikt voor de kijker. Vakantie moet niet als een persoonlijke herovering gezien worden, maar als een gezamenlijke herovering van de tijd. Onderliggende aan de persiflage op massa-toerisme biedt Les Vacances de Monsieur Hulot precies deze visie. Uit de meanderende beelden spreekt een aandoenlijke nostalgie. Mensen worden onverstaanbaar mompelend getoond als onhandige wezens die het allemaal goed bedoelen. Technische snufjes maken rare geluiden en doen nooit wat men van ze verlangt, waardoor wij meevoelen met de badgasten. Hierdoor voelt kijken naar Les Vacances de Monsieur Hulot als een feest der herkenning, alsof wij net als Monsieur Hulot elk jaar terug gaan naar deze plek.

Wat ligt er voorbij de horizon voor Randall “Pink” Floyd? In de vormgeving van de vrije tijd en arbeid in de huidige samenleving lijkt de auto af te stevenen op een fata morgana. Maar Randall lijkt de mentale beperkingen van zich af te hebben geschud. De eerste stap was al gezet: het laten van het instituut, in de vorm van het contract, voor wat het is. Maar Randall zit niet alleen in de auto: hij zit vol met vrienden. Samen rijden ze een zorgeloze tijd tegemoet naar de horizon en ver daar vandaan.
Geschreven door Sjoerd van Wijk