Het leven kan nog zoveel noten op haar zang hebben, uiteindelijk bepalen we zelf welke muziek we er van maken. Als de vrijgevochten Djam van haar strenge stiefvader van Lesbos naar Istanbul moet reizen voor een aantal klusjes, ontmoet ze het Franse meisje Avril, die plompverloren rondloopt nadat ze is beroofd van haar spullen. Ze trekken er samen op uit en maken verschillende zaken mee voordat ze op Lesbos aankomen zonder geld maar vele ervaringen rijker. Op de achtergrond spelen de financiële crisis en de komst van vluchtelingen een rol, maar de muziek in Djam gaat door om er het beste van te maken.
Vanaf moment één staat de vrijpostige Djam er mede dankzij het spel van Daphne Patakia, een en al ronddansende branie. Het is alle gekheid op een stokje, met de eigenzinnige acties die daarbij horen van dien. Van deze brutale levenslust is de film de gehele reis doordrongen – van het ene moment naar het andere. De zwierige beelden volgen elkaar in elegant tempo op. Niet in de laatste plaats komt het losse karakter van de trip zo aanstekelijk over doordat de reis welhaast aandoet als fantasie. Djam barst dikwijls uit in zang en dans met zulke regelmaat dat de film aan gaat voelen als een verkapte musical.
Toch wordt er op subtiele wijze een karakterontwikkeling kenbaar bij Djam, die ook vernuftig verweven is in de filmstijl. Tijdens de reis leert Djam verantwoordelijkheid als Avril niet zonder redenen zo plompverloren blijkt te zijn, wat terug in Lesbos tot een ontroerende scène tussen Djam en haar stiefvader leidt vol wederzijds begrip. De vrijgevochten bravoure blijft, maar nu met de blijk naar buiten gericht in plaats van navelstaarderij. Het verval van Griekenland door de Europese aanpak van de publieke schuldenlast komt steeds nadrukkelijker naar voren in ontmoetingen en plaatsen, evenals in een later stadium de vluchtelingenproblematiek. De fantasie maakt plaats voor de werkelijkheid, waardoor de film gaandeweg de looptijd over lijkt te gaan tot sociaal-realisme. Dit gaat gepaard met een vleugje hoop te midden van de economische malaise. De muziek blijft met regelmaat terugkomen voor momenten van warme blijdschap, waardoor de misstanden niet met ernstige plechtigheid doorgedrukt worden.
In deze transformatie blijkt de film echter net zo wispelturig als haar hoofdpersoon. Er is te weinig focus op één verhaal. Waar in het begin Djam duidelijk de overhand heeft in het verhaal en haar ontwikkelingen worden gevolgd, wordt op een gegeven moment ook gekeken naar andere karakters. Doordat deze niet eerder expliciet de aandacht kregen, komen deze wendingen nogal uit de lucht vallen. Zo heeft de stiefvader te weinig introductie gekregen om verdere scènes na Djams terugkomst te dragen. Avril is vooral gebracht als onhandig meisje wat hulp nodig heeft, waardoor niet veel bekend is over haar motivaties. Daardoor wordt het in combinatie met de veranderende onderwerpen een onevenwichtige film.
Toch weet Djam de voortdurende dans van gebeurtenissen grotendeels te bedwingen. De sociale omstandigheden krijgen nooit overmatig de overhand, waardoor de aandacht uit blijft gaan naar de gevoelens van Djam en anderen. Uiteindelijk is het resultaat een warm menselijk portret van muzikanten des levens die de noten omvormen tot een vrolijke dans.
Geschreven door Sjoerd van Wijk
We hebben maar liefst twee recensies van Djam, lees hier ook de recensie van Wayne de Boer!