Het perfecte imago dat Zweden ooit leek te hebben, is de laatste jaren beetje bij beetje aan het afbrokkelen. Met zijn nieuwe film Gräns brengt filmmaker Ali Abbasi er een permanente duistere rand omheen.
Hoofdpersoon in Abbasi’s nieuwste film is Tina, een gedrongen vrouw bij wie het op het eerste gezicht al duidelijk is dat ze anders is dan de anderen. Het heeft haar waarschijnlijk wat meer moeite gekost, maar uiteindelijk heeft ook zij met een baan als douanebeambte haar plek binnen het maatschappelijke leven gevonden. Ze beschikt over een gave die haar met een baan als deze goed uitkomt: ze kan menselijke emoties ruiken. De smokkelaar en crimineel lijdend aan schuld- en angstgevoel blijven in haar omgeving niet onopgemerkt.
Haar vreemde uiterlijk en aparte gave maken dat ze niet makkelijk mee kan komen in het leven van alledag. Ze keert het maatschappelijke leven na haar vaste werkuren dan ook graag de rug toe. Thuis in haar afgelegen huisje in de Zweedse bossen kan ze eindelijk tot rust komen. Toch is het ook daar niet ideaal: haar huisgenoot annex vriendje drinkt te veel en is baldadig. Ook draagt ze nog de zorg voor haar dementerende vader. Liggend in haar bed, starend naar het plafond aan het eind van de dag, is een unheimisch gevoel het enige dat overblijft.
Degene die haar uit deze beklemmende situatie lijkt te gaan redden, laat gelukkig niet al te lang op zich wachten..
Op een dag komt ze iemand tegen die ze niet zo goed lijkt te kunnen plaatsen. De mysterieuze man, Vore, ziet er met zijn grote neus en kleine, gelige tanden hetzelfde uit als zij. Haar lang weggestopte verlangen om te weten wie ze is, wordt door de ongrijpbare Vore weer tot leven geroepen. Een romance volgt waarin de kijker wordt blootgesteld aan een aantal gekke taferelen die een mix van afkeur en medeleven met zich meebrengen. We zien liefdesscènes die we misschien liever niet hadden willen zien en er worden dingen gegeten die we liever niet gegeten hadden zien worden. Bovenal zien we dat Tina ruimte biedt aan het naar buiten laten komen van iets prils, iets dat altijd in haar heeft gezeten, maar zich nog nooit een uitweg naar buiten heeft durven laten komen. Ze staat aan de rand van een nieuw leven, maar alles blijkt minder rooskleurig te zijn dan het lijkt.
Iraans-Zweeds regisseur Ali Abbasi zet zijn naam met zijn tweede speelfilm eindelijk echt op de kaart. Een eerder door hem geschreven en geregisseerde horrorfilm (Shelley, 2016) ontving geen enthousiaste kritieken: het verhaal was matig en het filmverloop was traag. Bij Gräns pakte hij het anders aan. Het scenario liet hij schrijven door Zweedse successchrijver John Ajvide Lindquvist, die een verfilming van zijn thriller-roman Let the Right One In al tot een Zweedse filmhit zag worden. Met een goed scenario als fundament en wijzer geworden van eerder filmkritieken, heeft Abassi met Gräns een sterke en meeslepende film gemaakt. Bekroond met een filmprijs (Un Certain Regard, 2018, Cannes) en een benoeming tot Zweedse Oscarinzending lijkt zijn film dit keer wel een succes te gaan worden.
Abbasi durft in zijn film te shockeren. Dit doet hij op meer verfijnde manieren dan dat gewoonlijk in films van het horrorgenre gebeurt: hij shockeert op moralistisch vlak. Zo wekken liefdesscènes tussen Tina en Vore grotendeels walging op, enkel en alleen omdat we niet graag kijken naar erotiek tussen mensen die niet aan de normale schoonheidsidealen voldoen.
Gräns is een film die de kwaliteiten van de Scandinavische crimi verbindt met het horror- en fantasygenre. Het zet de toon voor een te verwachten nieuwe golf aan Scandinavische films en series die een poging zullen doen het succes van Abbasi te evenaren. Wie weet dat de film volgend jaar bij de Academy Awards niet te vernieuwend is voor de Amerikaanse smaak, dan zit er zomaar een kans in dat de oscar voor beste buitenlandse film naar Gräns zal gaan.
Geschreven door Jorryt de Jong