‘’Abuse of power comes as no surprise’’ luidt het bekende aforisme van conceptueel kunstenares Jenny Holzer, die bekend staat om het afbeelden van dit soort zogeheten truïsms op t-shirts en LED-borden. Het statement duidt eigenlijk perfect de terugkerende thematiek van Lazzaro Felice, de nieuwe film van Italiaanse regisseur Alice Rohrwacher (Le meraviglie) die via een fabel sociale kritiek levert op onrecht en opportunisme. Afgelopen jaar mocht de film in Cannes al de prijs voor het beste scenario in ontvangst nemen. Tel daar een productiecredit van Martin Scorsese en talloze lovende recensies bij op, en je maakt mij zeker nieuwsgierig.
Op het afgezonderde platteland van Italië maken we kennis met Lazzaro. Een naïeve tienerjongen die als deelpachter met drieënvijftig anderen keihard werkt op de tabaksboerderij Inviolata, en ieders orders zonder blikken of blozen gehoorzaam opvolgt met een lege glimlach op zijn gezicht. De koningin der sigaretten, markiezin Alfonsina de Luna, ‘runt’ het bedrijf vanuit haar villa. Dat wil zeggen, ze buit de van de maatschappij geïsoleerde arbeiders uit door hen gratis werk te laten verrichten onder de veronderstelling dat ze haar telkens geld schuldig zijn. Pas nadat haar rebellerende zoon Tancredi, met behulp van zijn nieuwe plichtmatige vriend Lazzaro zijn eigen ontvoering in scène zet, stuit de politie op deze zwendelarij. De werkers horen tot hun verbazing dat het illegaal is om zonder vergoeding te moeten werken en dat ieder kind naar school hoort te gaan. ‘’Hoezo? School is alleen voor rijke kinderen.’’
Terwijl de beduusde bewoners geëvacueerd worden, dwaalt Lazzaro tussende nabijgelegen rotsen en valt van een klif. Een mythische wolf uit de buurt vindt hem en hij wordt plots wakker, net als de gelijknamige Lazarus uit de Bijbel die uit de dood werd opgewekt. Zonder zelf ouder te zijn geworden, blijken de jaren vervlogen te zijn. Met onveranderde onschuld strompelt hij de moderne wereld in, waar het feodalisme uit de eerste helft van de film verruild is voor het laatkapitalisme en de volgebouwde stad de boerderij vervangen heeft. Op zoek naar bekenden komt hij langs nieuw aangekomen migranten en teams van wanhopige werkers die elkaar onderbieden in de hoop op een eendaagsbaantje.
Het is uiteindelijk Antonia die hem herkent en hem opneemt in de groep van ex-Inviolata werkers. Hoewel ze door de politie zijn weggehaald uit ‘’De Grote Oplichterij’’, blijkt hun situatie er niet op vooruit te zijn gegaan. Zonder structurele steun van overheidsinstanties zijn ook zij nu overgeleverd aan het uitbuiten van anderen om te overleven. ‘’Ik buit hen uit. En zij buiten die arme man uit. Het is een kettingreactie die niet gestopt kan worden’’, merkte de markiezin eerder al treffend op. Alleen Lazzaro lijkt als een soort heilig figuur buiten deze cyclus te staan, maar kan hij ook zijn medemens helpen de omloop te doorbreken? Zijn pure goedheid blijkt hem niet tegen de opportunistische intenties van anderen te beschermen. Hoewel de fabelachtige wolf (die vaak de personificatie van bedreiging voorstelt in sprookjes) hem juist wel met rust laat, zijn het zijn medemensen die toeslaan wanneer zij een zwakke plek herkennen in zijn oneindige welwillendheid.
Het gebruik van korrelige Super 16mm film door cinematograaf Hélène Louvart een echte uitblinker. Het geeft de film een prachtige, droomachtige uitstraling die het sprookjeskarakter van de film goed ondersteunt. Mocht je na het tien keer opnieuw zien van Call Me by Your Name even behoefte hebben aan een andere film met een zonovergoten Italiaans landschap, this is the one.
Hoewel de ideeën achter Lazzaro Felice misschien niet heel vernieuwend of lichtvoetig zijn, laat Rohrwacher ze wel als een frisse wind voelen door ze in deze allegorie te verpakken. De keuze om het herkenbare Italiaanse neorealisme in de eerste helft langzaam te verschuiven naar magisch realisme richting de tweede helft, laat je even verdwaasd achter, zeker wanneer je net als ik vrijwel blind de film ingegaan bent. De onverwachte wending zorgt er echter ook voor dat je ondanks het enigszins trage tempo wel de volle twee uur aandachtig blijft kijken, al is het maar om uit te vogelen in welk jaar we zijn aanbeland. Reeds voor de tijdsprong wordt namelijk de in eerste instantie negentiende-eeuws ogende boerderij met maar één gloeilamp door de komst van de markies opeens geconfronteerd met de Nederlandse eurodance-klassieker Dreams (Will Come Alive) en uitklapbare mobieltjes met antennes.
Tsja, ik was dus gedurende een groot deel van de film helemaal in de war maar de meeste puzzelstukjes vallen gelukkig min of meer op hun plaats wanneer je tijdens de aftiteling (of bij een tweede bezoek aan de film) even alles op je laat inwerken. En mocht je uiteindelijk nog een aantal mysterieuze elementen overpeinzen, dan vindt Rohrwacher dat waarschijnlijk ook niet zo erg. In een interview met de Volkskrant geeft ze namelijk aan dat de film ook moest ‘’gaan over de verwarring die mensen voelen in de huidige wereld: het gevoel dat ze de sleutel kwijt zijn, hun relatie met hun omgeving is vervaagd.’’
Een gewaagde keuze is het wel van Rohrwacher om niet voor een doorsnee neo-realistische vertelling te gaan, maar het zorgt er juist voor dat Lazzaro Felice zich positief onderscheidt van zijn voorgangers. Een vervreemdende fabel die dankzij, en niet ondanks, zijn eigenzinnige verhaallijn en ongebruikelijke structuur blijft intrigeren.
Geschreven door Angela Otto