Voornamelijk vanuit de eigen slaapkamer worden dit jaar de IDFA-films bekeken. De Q&A’s met de filmmakers bestaan uit gesprekken via schermen, zo ook het gesprek met Louise Mootz, die vragen van Fatima Warsame over haar film Jungle beantwoordt. In de tussentijd is op de achtergrond een ander persoon te zien, die tijdens het interview in bed ligt en door hun telefoon scrollt. Dit is de nieuwe werkelijkheid. Tegelijkertijd toont het ook een vertrouwdheid, die aan de film Jungle herinnert. Want de vrouwen in Jungle, die drie jaar door hun vriendin en filmmaker Mootz gevolgd worden, zijn heel vertrouwd met de camera. Ze zijn open en spontaan, wat wederom in contrast staat met de verlegen en terughoudende, bijna stoïcijnse houding van Mootz tijdens het interview.
Op de vraag met welke ‘personage’ zij zich het meest identificeert, antwoordt ze: met iedereen, want het zijn haar beste vrienden. Het is immers een documentaire: waarbij je tijdens het kijken bijna zou vergeten dat er een camera in het spel is. Als deel van de groep loop je mee over de straten van Parijs, neem je deel aan de gesprekken over SOA’s, seks en de toekomst. De close-up shots en het ruwe camerawerk bootst een authentieke ervaring tussen vrienden na. Eenzelfde techniek was te herkennen in Benjamin Bucher en Agnese Làposi’s TRIO, die dit jaar te zien was als onderdeel van IDFA Kids & Docs. Mede door deze keuzes blijft de documentaire weg van het reproduceren van het Parijs dat we regelmatig op beeld terugzien, waarbij de grootste schoonheid van de stad vaak vraagt om vergelijkbare, grootse beelden. Mootz kiest er echter voor te blijven bij de geleefde ervaring van de stad, in metrostations, donkere kamers en hangend uit het raam. Dit is Parijs zoals zij het kent.
De vluchtige, gefragmenteerde opbouw van de film, die van personage naar personage schiet, toont een realistisch beeld van de werkelijkheid. De problemen van de personages volgen geen gestructureerde spanningsboog, net zoals ze dat in het echte leven ook niet doen. Zo worden er bepaalde problemen geïntroduceerd die verder niet worden uitgediept of opgelost. Ondanks dat de film er gelukkig wel in slaagt redelijk stevige hoofdpersonen neer te zetten, zet het ons ook aan het denken waarom Mootz heeft gekozen zoveel verschillende mensen te introduceren en er ruim drie jaar gefilmd is. Met de hoeveelheid materiaal die ze hierdoor zal moeten hebben verzameld zou zo een serie gemaakt kunnen worden, of een losse documentaire per personage dat ze volgt. Het is daarom een beetje zonde dat ervoor is gekozen dit te comprimeren in één redelijk korte documentaire, met name omdat een groter project ons zeker wel geboeid zou hebben.
Hoewel de documentaire vooral het leven van een groep meiden volgt, en daarbij weinig in scene gezet lijkt te zijn, wandelt op een gegegeven moment een meisje van de groep met een speelgoedpistool rond, waarvan Mootz uitlegt dat zij die aan haar vriendin heeft gegegeven. Hierdoor vraag je je af in hoeverre andere delen van de docu geënsceneerd zijn. Een documentaire laat altijd een bepaalde kijk op de werkelijkheid zien, en elementen zoals deze zetten je aan het denken hoe het er achter de schermen aan toe gaat. Dit neemt niet weg dat ze door de gesprekken die ze hebben, en de manier waarop ze niet bang zijn vrij over van alles te praten en hun lichaam te laten zien, een inspirerend zelfvertrouwen tentoonstellen. Jungle geeft hiermee een realistische weergave van hoe jonge vrouwen in stedelijke gebieden hun leven inrichten en de stad eigen maken. De voor ons herkenbare gesprekken vormen een nodig contrast met de overvloed aan films die het nog vaak moeilijk blijken te vinden om realistische dialogen voor jonge vrouwen te schrijven.
Een memorabele moment uit de film was de bijna cliché scène waarin er tarotkaarten gelegd worden. De scène symboliseert de rol van de toekomst voor deze generatie, en de onzekerheden die het met zich meebrengt. Een herkenbare zorg. Jungle herinnert ons eraan dat het vooral belangrijk is in het moment te leven, te feesten en gek te doen – bij voorkeur met een pruik. Voor je het weet zit je gedwongen thuis en bezoek je virtueel een filmfestival.
Geschreven door Luca Deutinger en Rowan Stol