Minoes

Soms heb je geen zin in ingewikkelde poké bowls en havermout toestanden. Soms wil je gewoon iets simpels en makkelijks, zoals een broodje kroket van de FEBO. Hetzelfde gebeurt bij wat op wat we ‘s avonds op de bank kijken. Hoe knap Marcello Mastroianni ook was in die fontein (La Dolce Vita), niet elke dag trek je een drie uur durende Fellini film. Dat we af en toe ook zin hebben in iets simpels is deze lockdown duidelijk naar voren gekomen. Massaal keken we verstopt onder onze fleecedekens naar het Netflix kijkcijferkanon Emily in Paris. Door een Amerikaans meisje met zwaar accent te zien dolen door Parijs (‘It’s just like Ratouille’) konden we even ontsnappen aan de saaie eentonigheid van de lockdown. Maar er moet toch iets beters zijn dan lauwe kroketten uit de muur en Emily in Paris? En dat is er gelukkig. Het is een kinderfilm uit 2001, genaamd Minoes.

Minoes is een verfilming van het gelijknamige kinderboek (1970) geschreven door Annie M.G. Schmidt. We volgen Tibbe (Theo Maassen), een stuntelige journalist voor de Killendoornse Courant, die het maar niet lukt om een goed stuk te schrijven. Hij is eigenlijk veel te verlegen om journalist te zijn. Tibbe dreigt zijn baan te verliezen en krijgt een laatste kans om een goed stukje in te leveren. Dan staat er op een regenachtige avond een mysterieuze juffrouw in een groen mantelpakje op z’n dak. Het is Minoes, een kat die plots veranderd is in een mens (een hele jonge Carice van Houten). Toch is Minoes nog helemaal kat vanbinnen. Ze geeft nog altijd kopjes, vangt muizen en kan met katten praten. Dat laatste komt goed van pas. Bevriende katten vertellen Minoes allerlei geheimen over hun baasjes en de andere inwoners van het dorp. Tibbe biedt Minoes onderdak aan in ruil voor nieuwtjes. Zo ontstaat er een heuse kattenpers. Dan stuitten de katten op een paar onzuivere zaakjes van de grote weldoener van de stad, Meneer Ellemeet (Pierre Bokma). Wie moet Tibbe geloven: de mensen of de katten? En wil Minoes eigenlijk nog een kat zijn, of is het bestaan als juffrouw zo slecht nog niet?

In een radio-uitzending van een aantal weken terug was een kinderboeken uitgever te gast. Hij betoogde dat volwassenen meer kinderboeken zouden moeten lezen. Nederlandse (volwassen) literatuur zou volgens hem vaak te cynisch en nihilistisch zijn. Het hoofdpersonage moet een ontwikkeling doormaken en komt er aan het einde van het boek erachter dat het toch allemaal geen zin heeft. Kinderboeken zitten nog vol met verwondering, dingen voor het eerst meemaken en wijze lessen. Volgens kinderboeken is de wereld nog niet eens zo’n slechte plek. En dat is af en toe best fijn om te horen.

Een jaar geleden ging ik op een brakke zondagochtend met vrienden naar de film. Alleen Minoes werd gedraaid op dat uur. “Misschien wel leuk?”. In de zaal zaten uiteraard stuiterende kinderen met hun ouders, maar tegen m’n verwachting was toch de overgrote meerderheid van het publiek studenten. En ja hoor, tijdens het zien van de film waren het niet de kinderen, maar juist de ouders en jonge twintigers die het hardst aan het lachen waren om Minoes en haar kattenvrienden. Volgens mij zit het wel goed met die verwondering.

Minoes is weliswaar een kinderfilm, maar heeft een ijzersterk verhaal en goed geschreven dialogen (Burny Bos). Het is een film met een lekker rap tempo en liedjes die wekenlang in je hoofd blijven spoken (muziek door Peter Vermeersch). Dus laten we allemaal weer Minoes gaan kijken. Al is het maar omdat je eindelijk de vieze grapjes begrijpt van de pratende katten.

Geschreven door Zoë Schimmelpennink // Minoes is te zien op Vitamine Cineville en NPO+

zoeschimmelpennink

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s