Na het succes van The Last Race (2018) duiken visueel artiest Michael Dweck en cinematograaf Gregory Kershaw opnieuw in een uitstervende wereld, ditmaal in Piëmont, Italië. In een omgeving waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan wordt verwoed jacht gemaakt op de ‘tartufo bianco’, de witte truffel. Terwijl de vraag naar deze felbegeerde delicatesse stijgt (in 2010 werden twee witte truffels van 900 en 400 gram verkocht voor 250.000 euro), neemt de opbrengst elk jaar gestaag af. Klimaatverandering, achterbakse truffelverkopers, hondenvergif en bovenal ouderdom maken dat de kunst van het truffeljagen in rap tempo verdwijnt. Hoog tijd voor een unieke reportage dus.
Dweck kwam op het idee om een documentaire te maken over truffels na een vakantie in een klein, Piëmontees dorpje waar truffels werden geoogst. Het kostte hem bijna een jaar om de inwoners te leren kennen en hun vertrouwen te winnen – en met succes. In een prachtige herfst in de rustieke bossen van Noord-Italië portretteert hij samen met Kershaw het leven van vier ijverige, eigenzinnige, hoogbejaarde mannetjes met hun geliefde honden: truffeljagers. Dag in dag uit gaan ze op pad, elk naar hun geheime plekjes, op zoek naar de grootste en meest geurrijke truffel. Hun trage boerenbestaan is anno 2021 bijna komisch om te zien (wie gebruikt er nou nog een minitractor die handmatig moet worden aangezwengeld?) en staat in sterk contrast met de exclusieve truffelhandel waar het achter schuilt. Het kan de truffeljagers allemaal niets schelen. Zolang ze maar samen met hun trouwe viervoeters mooie truffels kunnen vinden.
Gesatureerde herfstkleuren, gecentreerde portretshots, bizarre personages; het is net alsof je in een Wes Anderson film bent beland. The Truffle Hunters kijkt ontzettend makkelijk weg en is heerlijk om bij weg te dromen. Geniet van het Italiaanse landschap, de pittoreske dialogen en de aandoenlijke relatie tussen truffeljager en a man’s best friend. Maar na 84 minuten heb je het ook wel weer gezien. Het plaatje is compleet. Het verhaal is verteld.
De truffel wordt pas aan het einde van de film daadwerkelijk gegeten. “Bene” mompelt de (eveneens bejaarde) truffelveiler, en knikt goedkeurend. Het vat de boodschap van de film goed samen: het is eigenlijk allemaal een hoop gebakken lucht.
Geschreven door Daan Robberse